Skip to main content

Hoe reageer jij als jeugdverpleegkundige als je te maken krijgt met een kind waarvan de ouder gevangen zit? Voel je schroom en weerstand, omdat je onbekend bent met de wereld van detentie? Of sta je open om te ontdekken wat dit kind nodig heeft en hoe jij daarbij tot steun kunt zijn?

Om raad verlegen

Het is alweer een aantal jaar geleden dat Corinne Kirpestein van de GGD Gelderland-Zuid voor deze vraag van een school kwam te staan; ‘kun jij ons helpen met het begeleiden van een gezin waarvan één ouder in de gevangenis zit? Wij hebben daar geen kaas van gegeten!’ ‘Voor mij was de wereld van detentie ook onbekend terrein’, vertelt Corinne, maar ik besloot om erin te duiken. Want dit ging over een kind in nood en wat was hier anders aan dan andere kinderen in kwetsbare situaties? Ik ben toen op zoek gegaan naar kennis over kinderen van gevangen ouders en kwam toen uit bij Expertisecentrum K I N D.’

Gids ‘Je staat er niet alleen voor’

‘Ik kwam erachter dat Expertisecentrum K I N D een gids had ontwikkeld met relevante informatie voor kinderen, ouders en onderwijs over detentie en wat daar allemaal bij komt kijken. Zo behandelt deze gids ‘Je staat er niet alleen voor’ onderwerpen als : hoe en wat vertel je aan een kind dat een ouder gevangen zit? Hoe verloopt een strafproces? Hoe ziet een bezoek aan de gevangenis eruit? Wat zijn de financiële gevolgen voor het achterblijvend gezin? Hoe maak je het onderwerp detentie bespreekbaar in je klas? Deze uitgebreide gids heeft mij enorm geholpen om beter zicht te hebben op waar een kind en ouder allemaal mee te maken krijgen als de andere ouder gevangen zit.’

“Stress Window of Tolerance”

In haar zoektocht naar kennis om kinderen van gedetineerde ouders te helpen stuitte Corinne ook op een filmpje van Augeo Foundation over “Stress Window of Tolerance”. Het filmpje legt uit welke invloed stress op kinderen heeft, zowel mentaal als fysiek. Zolang stress binnen een bepaalde bandbreedte (“window of tolerance” ) is, van korte duur is en er een volwassene is die het kind geruststelt, heeft een kind de veerkracht om met die stress om te gaan. Maar gaat het om een traumatische gebeurtenis of om langdurige stress en is er geen volwassene die het kind steunt, dan is dat té ingrijpend voor een kind om mee te dealen. Het kind komt in de overlevingsstand, heeft moeite om zich te concentreren en laat ander gedrag zien, reageert heftig en agressief of wordt stil en trekt zich heel erg terug. Een kind heeft dan begrip nodig en hulp om weer uit die overlevingsmodus te komen. Voor Corinne was dit opnieuw een bevestiging dat een kind van een gevangen ouder net als andere kinderen in kwetsbare situaties een luisterend oor en hulp nodig hebben.

Ondersteuning vanuit school

Toegerust met haar opgedane kennis over detentie en stress bij kinderen kon Corinne de school, die met de noodkreet om hulp gekomen was, helpen. Inmiddels heeft zij al veel scholen in de regio geholpen, want de verlegenheid hoe om te gaan met kinderen van gevangen ouders is groot. ‘Ik moedig leerkrachten en IB-ers aan dat zij echt een groot verschil kunnen maken voor kinderen van gevangen ouders. Als jij echt aandacht hebt voor een kind en goed kunt luisteren, betekent dat al zoveel voor een kind: om gezien en gehoord te worden! Je bent dan als een veilige baken in een woelige zee voor het kind. Ook voor de achtergebleven ouder kan een oudergesprek met de leerkracht helpend zijn: om sámen te kijken, wat gaat wel goed en waar ligt de hulpvraag? Als die hulpvraag te groot is voor school, verwijs de ouder dan door naar de Jeugdgezondheidszorg. Veel ouders weten niet dat zij gratis en zonder doorverwijzing van de huisarts met al hun opvoedvragen bij ons terecht kunnen. Dan is de nieuwsbrief van school een laagdrempelige manier om alle ouders bekend te maken met Jeugdgezondheidszorg.’

Hulpmiddel bij gesprek

In haar werk als jeugdverpleegkundige spreekt Corinne met heel wat kinderen en ouders. ‘Kinderen praten niet zo snel over een moeilijke situatie en zeker niet over een ouder in de gevangenis. Daarom is deze plaat “Mijn Leven” met verschillende thema’s een goed hulpmiddel om het gesprek toch op gang te krijgen; wat gaat goed, wat is lastig, wat is pijnlijk?’

‘Als een kind merkt dat álles bespreekbaar is en zich niet hoeft te schamen, komt er ruimte voor het kind om zijn verhaal te delen.’ Opnieuw benadrukt Corinne het belang om heel goed te luisteren naar het kind. ‘Samen met het kind kijk ik wat hij nodig heeft om in deze situatie overeind te blijven. Zo is het voor een kind bijvoorbeeld nodig om één vertrouwenspersoon op school te hebben, die goed op de hoogte is van de thuissituatie. Ik stem met het kind af wie die vertrouwenspersoon wordt.’

Levensverhaal

‘Aan de hand van vragen van de ‘Mijn Leven’ plaat krijg ik ook een beeld of een kind steun ervaart van thuis en van familie, of dat die ontbreekt. Hoe een kind in zijn vel in de klas zit. Een ander belangrijk onderwerp van gesprek is het contact met de ouder in de gevangenis: hoe ervaart het kind dat? Is er contact? Mag dat contact er zijn van de achtergebleven ouder? Hoe kan het kind zijn verlangen naar contact en het gemis daarvan uiten? Natuurlijk ga ik ook in gesprek met de achtergebleven ouder: welke hulpvraag heeft deze ouder? Wat heeft deze ouder nodig om er voor haar kind te kunnen zijn? Een kind van een gevangen ouder heeft heel wat om onder ogen te zien. Mijn uiteindelijke doel is om een kind te helpen om deze gebeurtenis van een ouder in detentie te zien als deel van zijn levensverhaal, zodat hij niet blijft steken maar zich verder kan ontwikkelen. Dat is wat ik elk kind zó gun: om tot volle bloei te komen!’

Dit artikel is geschreven door Liesbeth Van Luipen, van Het Verhaalatelier met dank aan Corinne Kirpestein, van de GGD Gelderland-Zuid.

4 februari 2025