Skip to main content

COVID-19: ‘Ik hing slingers op voor zijn verjaardag!’

De COVID-19 pandemie bleek voor iedere Nederlander een uitdaging. Terwijl het voorjaarszonnetje in hun gezicht scheen en thuiswerken de norm werd klaagden Nederlanders steen en been over hoe ‘gevangen’ zij zich voelden. We hebben allemaal de cijfers van het aantal mensen met psychische klachten zien toenemen. Voor kinderen met een ouder in detentie werd deze pandemie pas echt een gevangenschap. De informatievoorziening aan gedetineerden en hun families was ronduit slecht. Voor kinderen is het al moeilijk te behappen dat zij hun ouder moeten missen aan detentie, laat staan dat zij ook nog moeten dealen met extra onzekerheid door het gebrek aan informatie over hoe het met hun ouder gaat in de gevangenis. Is hij ziek? Zorgen ze goed voor hem/haar?

Voor mij was de vraag voornamelijk: ‘wanneer komt hij vrij?’ Hij had groen licht om begin maart naar de ZBBI te vertrekken, maar kwam door de COVID-19 pandemie pas in Augustus weer buiten. In al die maanden waren er geen verloven en geen bezoekuren. Er was ook geen sprake van een compensatie voor de tijd dat hij langer in de BBI heeft moeten verblijven.

Toen mijn vader zijn beklag deed over de gang van zaken werd hem het volgende verteld: ‘Als je dit niet wil, dan had je moeten zorgen dat je hier niet zat.’ Het is duidelijke taal en er zit zeker een kern van waarheid in. De vraag is alleen niet of de gedetineerde daar wel of niet had moeten zitten, maar de vraag is in hoeverre het geoorloofd is om daar een onschuldig kind mee te belasten en welke onomkeerbare gevolgen dat voor een kind heeft.

Natuurlijk begrijp ik dat de situatie voor iedereen nieuw was en dat de oplossingen niet voor het oprapen lagen, maar laten we er lessen uit trekken om ervoor te zorgen dat in de toekomst naar kinderen en familie wordt geluisterd bij het opstellen van (straf)maatregelen.

Mijn ervaringen tijdens COVID-19 wil ik met jullie delen. Het was een opluchting toen het mogelijk werd om gebruik te maken van Skype. Op deze manier konden kinderen toch hun ouder zien. Ik nam mijn vader mee terwijl ik met de hond ging wandelen, hing slingers op voor zijn verjaardag en hij was erbij als ik buiten in het zwembad lag. Ik vond het leuk om hem op deze manier toch bij mijn leven te betrekken! Operationeel valt er nog het een en ander te winnen. Ik ben 26 jaar oud, ik scheld een keer goed en kan het daarna wel relativeren. Alleen hoe leg je een kind van zes jaar oud dat het Skype bezoek is afgeblazen vanwege een storing? En dan moet je dat als ouder – iedere twee weken – weer vertellen! Verschrikkelijk is dat!

Gelukkig werden na verloop van tijd de bezoekuren weer opgestart. Met de nodige aanpassingen: geen koffie, geen knuffel, maar we konden elkaar in ieder geval fysiek ontmoeten. Hartstikke fijn, maar wat ik schrijnend vond is dat het aantal bezoekers dat toegelaten werd was gehalveerd, maar de bezoekmomenten niet werden verdubbeld. Dat hield dus in dat niet iedereen wekelijks op bezoek kon. Als je niet op tijd was met bellen dan kwam je dus simpelweg niet aan de beurt. Dan nog niet gesproken over het feit dat jongere kinderen alsnog niet op bezoek konden, omdat je verplicht alleen moest komen. Het onschuldige kind wordt hierin dus weer de dupe van het beleid.

Het was en is een roerige tijd. De ouderkinddagen worden gelukkig ook weer opgestart én hopelijk gaan we straks weer naar het oude normaal. Ik hoop alleen dat de huidige situatie niet het nieuwe normaal is. Die knuffel die je je ouder kan geven is goud waard. Dat was mijn geluksmomentje van de week. Ik gun ieder ander kind die knuffel. Dat contact maakt het verschil. Het is en blijft toch mijn vader, ondanks het feit dat hij maar had moeten zorgen dat hij niet in de gevangenis terecht kwam.