Skip to main content

Uit het onderzoek ‘Ouder in Detentie’ kwam naar voren dat het jeugdlandschap vaak geen goed zicht heeft op kinderen met een ouder in detentie. Naar aanleiding van deze conclusie is Avans Hogeschool een pre-seed onderzoek gestart om te verkennen wat de ervaringen zijn van jeugdprofessionals en hoe zij deze kinderen beter kunnen herkennen en ondersteunen.

Krachten bundelen: over de muren heen

Het rapport is het resultaat van een samenwerking tussen de lectoraten Participatieve Innovatie in het Jeugdlandschap van Centre of Expertise Perspectief in Gezondheid en Transmuraal Herstelgericht Werken van Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht van Avans Hogeschool. Zij interviewden vijftien professionals van onder andere scholen, jeugdzorginstellingen, GGZ, gemeenten en politie. Daardoor kregen de onderzoekers vanuit meerdere perspectieven zicht op hoe kinderen met een ouder in detentie beter gesignaleerd en ondersteund kunnen worden.

Onzichtbare kinderen, grote impact

Volgens een schatting zijn er op een willekeurige dag zo’n 25.000 kinderen in Nederland die een ouder, meestal de vader, in detentie hebben. Deze kinderen krijgen te maken met verlies, schaamte, trauma en sociaal isolement. Toch worden ze lang niet altijd opgemerkt of ondersteund.

Het rapport laat zien dat slechts een deel van deze kinderen in beeld is bij professionals in het jeugdlandschap — en vooral bij instellingen die al betrokken zijn bij complexe gezinssituaties. Er liggen nog kansen bij instanties die vroegtijdig iets betekenen kunnen voordat problemen verergeren. Het ontbreekt aan structurele registratie, duidelijke werkwijzen of samenwerking met justitiële instellingen zoals penitentiaire inrichtingen.

Heldere aanbevelingen en vervolg

Het rapport benadrukt de noodzaak van proactieve signalering, maatwerk in hulpverlening en versterking van het sociaal netwerk rond het kind. Er is behoefte aan specifieke ondersteuning gericht op de unieke situatie van deze kinderen — zoals psycho-educatie, begeleiding bij het contact met de vader en het wegnemen van stigma.

Op basis van de bevindingen verkennen de lectoraten de mogelijkheden voor vervolgonderzoek.  Dat willen zij opzetten en uitvoeren in samenwerking met kinderen met een ouder in detentie. De onderzoekers willen hun behoeften beter leren kennen, anders worden er oplossingen ontworpen die de kinderen en hun achterblijvende ouders niet bereiken.

Samen naar structurele verandering

Het rapport maakt duidelijk dat alleen door nauwe samenwerking met instanties (die deze kinderen vroegtijdig in beeld hebben), zoals onderwijs, jeugdhulpverleners, gemeenten én het justitiële domein deze kinderen tijdig worden gezien en ondersteund. De boodschap is helder: kinderen van gedetineerde ouders horen erbij en verdienen zichtbaarheid, erkenning en passende steun over de muren heen.

Inhoudelijk rapport ‘Als papa vastzit’