Kinderrechten.nl heeft onlangs een artikel gepubliceerd waaruit blijkt dat Nederland dringend in actie moet komen om kinderrechten beter na te leven. Het VN-Kinderrechtencomité heeft in een beoordeling laten weten dat er een flinke lijst aan zorgen en verbeterpunten ligt voor Nederlandse organisaties en instanties. Het VN-comité is onder andere bezorgd over het gebrek aan kennis over kinderrechten bij kinderen en professionals. Ook zouden kinderen en jongeren vaker moeten kunnen meepraten over besluiten die hen aangaan. Expertisecentrum K I N D sluit zich hierbij aan. Ook wij ontvangen regelmatig signalen van achterblijvende ouders en kinderen, waaruit blijkt dat er weinig oog is voor de kinderrechten en de belangen van het kind. Een van die rechten is het recht op informatie. Ieder kind heeft recht op informatie dat begrijpelijk is en hun welzijn, gezondheid en ontwikkeling bevordert. Ook moet duidelijk zijn voor kinderen en jongeren waar ze betrouwbare informatie kunnen vinden over de onderwerpen die hen aangaan.
Kinderen met een gedetineerde ouder ontberen verschillende kinderrechten, waaronder het recht op informatie. Ook het recht op privacy, recht op contact met beide ouders, recht op bescherming tegen discriminatie, recht op dat er naar hen wordt geluisterd, recht op veiligheid en gezond leven staan bij deze kinderen vaak onder druk. Vaak staan hun rechten op gespannen voet met het strafrecht dat hun ouder en in het verlengde ook hen raakt. Het recht moet zijn beloop hebben, maar K I N D wil hier wel extra benadrukken dat kinderrechten van deze kinderen wel serieus genomen dienen te worden.
European Child Guarantee
Dit wordt nog eens onderstreept door de EU en haar lidstaten, die met de aangenomen resolutie van de European Child Guarantee (14 juni 2021) kinderrechten direct koppelt aan armoedebestrijding. In de kindgarantie worden kinderen met een gedetineerde ouder bij de ‘Definities’ onder 3.c specifiek benoemd. Daar staat:
“kinderen in kwetsbare gezinnen”: kinderen die zijn blootgesteld aan verschillende risicofactoren die tot armoede of sociale uitsluiting kunnen leiden. Dit omvat: deel uitmaken van een gezin met slechts één kostwinner, samenleven met een ouder met een handicap, leven in een huishouden waarvan leden geestelijke gezondheidsproblemen of langdurige ziekten hebben, leven in een huishouden waar sprake is van drugsmisbruik of huiselijk geweld, kinderen van een EU-burger die naar een andere lidstaat is verhuisd en die zelf in hun lidstaat van oorsprong zijn gebleven, kinderen van een tienermoeder en kinderen van een gedetineerde ouder.
Tot maart 2022 hebben lidstaten de tijd het plan van uitvoering te formuleren. Dit nationale actieplan bevat de manier waarop Nederland de armoede en sociale uitsluiting van kinderen gaat aanpakken. In Nederland buigt zich het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zich hierover in samenwerking met het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Zodra wij meer weten zullen we hierover melding maken.