Veel kinderen kampen met gevoelens van grote onzekerheid als hun ouder gedetineerd is. Deze onzekerheid is vaak heel intens tijdens de periode van gerechtelijk vooronderzoek. Dat komt doordat informatie over het welzijn en de plaats van verblijf van de ouder op dat moment onduidelijk kan zijn. De ouder wordt soms overgeplaatst van de ene plek naar de andere en er is beperkte communicatie en contact mogelijk. Ook de COVID-19 pandemie en de lockdowns in gevangenissen hebben angsten blootgelegd bij kinderen. Er spelen dan vele vragen. Is mama veilig? Wordt papa niet ziek? Wanneer kan ik hem zien? Werkt het videobellen vandaag wel goed?
Webinar
Over de onzekerheid van kinderen, de impact en wat onderzoek daar over zegt, organiseerde Children of Prisoners Europe een webinar op 3 juni 2021. Onder voorzitterschap van bestuurslid Martin du Bois kwamen diverse sprekers aan bod. Het webinar had de titel ‘Mitigating uncertainty for children: From pre-trial procedures to the COVID-19 pandemic’. Hieronder staat een kort verslag van het webinar.
Meer onzekerheid tijdens voorarrest
Dr Shona Minson, Centre for Criminology, University of Oxford deed onderzoek in de UK . Ze keek naar de onzekerheid bij kinderen met een gedetineerde ouder en de effecten van lockdowns door COVID-19, thuis en in de gevangenis. Tijdens het voorarrest is er sprake van grote onzekerheden bij kinderen. Door COVID-19 en de lockdowns in gevangenissen is bezoek weggevallen. Veel kinderen hebben hun ouders inmiddels een jaar niet aangeraakt. Dit brengt onzekerheid met zich mee voor ouder en kind.
Uit het onderzoek van Minson blijkt dat er veel meer onzekerheden ontstaan. Kinderen worden onzeker van de lengte van de lockdown. Ze hebben vragen over het welzijn van de ouder. De routines in contact met de ouder worden verbroken en contactmomenten onvoorspelbaar. Daarnaast ervaren kinderen onveiligheid in de relatie door bijvoorbeeld aanwezigheid van ‘vreemden’ (portier) tijdens online momenten. Kinderen vragen zich af: Wie ziet er naar mij om? Vanuit universele kinderrechtenverdragen hebben rechters en justitie de taak om het kind te beschermen en het belang van het kind mee te wegen bij hun handelen en beslissingen. Het is bekend dat de onzekerheid van het kind een trigger is voor trauma en toxische stress. Juist tijdens voorarrest is er meer sprake van onzekerheid.
Voorarrest kan leiden tot crisis
Veel onderzoek focust op gevangenschap in zijn algemeenheid. Er is weinig specifieke aandacht voor de fase van ‘pre-trail’, vertelt Prof Peter Scharff Smith, Department of Criminology & Sociology of Law, Oslo University. Ieder land gaat anders om met gedetineerden in voorarrest en in de gevangenis. De voorarrestperiode leidt tot een potentiële crisis in de familie. Dealen met de detentie van de ene ouder en stress bij de thuisblijvende ouder, beïnvloeden de kinderen. De eerste fase na arrestatie kenmerkt zich door financiële problemen, desoriëntatie, verlies en onzekerheid.
Belangrijke issues die spelen tijdens de periode van voorarrest in de gezinnen zijn:
– onzekerheid over wel of geen straf of de uiteindelijke straflengte
– de schaarste aan informatie
– regels en procedures, binnen en buiten de penitentiaire inrichting die overweldigend zijn
– weinig of geen contact voor lange tijd (tijdens het lopende politie-onderzoek is er bijvoorbeeld geen contact mogelijk)
– groot verlies van inkomen
Detentie kan leiden tot trauma
De derde spreker was Prof Ann Adalist-Estrin, Directeur van de National Resource Center on Children & Families of the Incarcerated (USA). Ze vertelt dat uit ACE (Adverse Childhood Experience) onderzoek blijkt dat een belangrijk trauma ‘de detentie van een gezinslid’ is. Trauma heeft impact op de ontwikkeling van het brein door cortisolregulatie. Een kind dat aanwezig is bij een arrestatie van een ouder heeft hetzelfde cortisolniveau als mensen die een levensbedreigende situatie meemaken. Deze traumatische ervaring zorgt er voor dat we veel schooluitval, leerproblemen en toxische stress zien bij kinderen, ook in hun volwassen leven. Ook zien we meer verslaving, misbruik en verwaarlozing bij deze groep die een arrestatie van een ouder mee maakten.
Het brein ontwikkelt zich zodanig dat er minder controle is over emoties en impulsen. Er ontstaat een gebrek aan anticipatie op gevolgen van gedrag en kinderen ontwikkelen minder sociale capaciteiten.
Je vraagt je af waarom we wachten tot volwassenheid (als iemand vastzit) en dan curatief iets doen in plaats van preventief te werken aan reductie van deze trauma’s bij het kind.
Buffers tegen trauma (ontstaan door aanwezigheid van het kind bij arrestatie) zijn:
- Voeg geen leed toe. Informeer en train professionals over dat een ouder in detentie niet per definitie gevaarlijk is.
- Realiseer dat elke verlieservaring (hoe klein in onze ogen) het trauma van verlies van de ouder kan triggeren en dus buitensporig gedrag kan opleveren.
- De aanwezigheid van ouders of andere volwassen personen waar het kind aan gehecht is zorgen voor dopamine. Dit hormoon verlaagt het cortisolniveau. Daarom is het belangrijk dat:
- het kind zo snel mogelijk contact heeft met zijn gearresteerde ouder om onzekerheid te voorkomen. Zeker ook omdat een groot deel kinderen trauma oploopt als getuige van de arrestatie.
- De verzorgers/ouders die achterblijven goede informatie en steun krijgen. Zodat ze kunnen dealen met de twee grote issues: de financiële problemen en de kennis over hoe de kinderen te informeren.