Het ontstaan van de terroristenafdeling in Nederland
In 2004 kregen we in Nederland te maken met een terroristische aanslag: de moord op Theo van Gogh. De moordenaar was Mohammed Bouyeri, hij was lid van de Hofstadgroep. Van deze groep werden 14 personen gearresteerd en ondergebracht in verschillende gevangenissen. Na verloop van tijd kwamen er berichten dat deze gedetineerden bezig waren met recruteringsactiviteiten. Dat was het moment dat radicalisering hoog op de politieke agenda kwam te staan. Om het radicaliseren van medegedetineerden te stoppen, is besloten om een apart regime te maken voor gedetineerden die verdacht of veroordeeld waren voor een terroristisch misdrijf. De terroristenafdeling (TA) was een feit. Het regime van de TA was vooral in de beginjaren sober en bestond uit uitgebreide beveiligingsmaatregelen waar elke gedetineerde aan werd onderworpen. In de loop der jaren zijn er aanpassingen doorgevoerd en is er binnen de TA meer ruimte voor differentiatie en maatwerk.
Contactmogelijkheden met iemand op een TA
Voor elke bezoeker is de drempel om de gevangenis binnen te stappen hoog en vaak intimiderend. Ga je op bezoek bij een familielid, vader of moeder die in een uitgebreid- of extra beveiligd regime verblijft, dan zijn de bezoekomstandigheden ook nog sober en worden er meer veiligheids-procedures gehanteerd. Gedetineerden op de terroristenafdeling (TA) verblijven in een uitgebreid beveiligd regime. Men kan één uur per week bezoek ontvangen in een bezoekkamer. Fysiek is men gescheiden en er mag een hand worden gegeven aan het begin en aan het eind van het bezoekmoment. Sommige gedetineerden worden na het bezoek gevisiteerd. De TA gedetineerde mag verder 4x per week 10 minuten bellen en er kunnen brieven worden geschreven.
Familiecontact als beschermende factor
Gedetineerden op de TA hebben vaak aangegeven moeite te hebben met de beperkte en rigide contactmogelijkheden. Vooral het vasthouden van de kinderen werd enorm gemist.
Daarnaast bevestigde onderzoek dat op de TA een positief familiecontact de belangrijkste beschermende factor is. Los van het gemis die door alle partijen werd gevoeld, werd ook een ander belang prominent: contact met dierbaren heeft direct invloed op het proces van (de)radicalisering. En dit heeft weer direct met veiligheid te maken.
Vanuit dat besef is geïnvesteerd om het familiecontact ook op andere manieren vorm te geven. Zo is bezoek onder begeleiding (BOB) ingevoerd. Hierbij kan de gedetineerden -onder begeleiding van de TA psycholoog of maatschappelijk werker- periodiek zijn gezin in een zgn. gezinskamer ontvangen. Voor de kinderen betekende dit bij vader op schoot met een glas limonade op tafel.
Op de toenmalige vrouwenafdeling (de TA vrouwen verblijven nu in de PI Zwolle) zijn kinderen in de afdelingswoonkamer ontvangen. Ook hier was het fysieke contact tussen moeder en kind enorm belangrijk. Met name omdat de meeste TA vrouwen onder moeilijke omstandigheden uit Syrië waren gevlucht. Moeder en kind hadden hierbij niet zelden traumatische ervaringen opgedaan. Soms wilde een kind even kijken in de cel om zich ervan te overtuigen dat mama wel degelijk een bed had om in te slapen. Voor een kind die uit een oorlogssituatie kwam een belangrijke geruststelling. En dan waren er ook vaders die alleen waren teruggekeerd en hun gezin in Syrië of Turkije hadden moeten achterlaten. Voor gedetineerden die geen fysiek bezoek konden ontvangen is toen een Skypeverbinding aangelegd.
Een persoonlijke ervaring
Ik mocht aanwezig zijn bij het eerste Skypecontact. Na de stress van ‘lukt het wel met de verbinding’ zag ik op het scherm twee kleine meisjes op de bank met naast hen een jonge moeder. De gedetineerde had zijn gezin 1½ niet gezien. Trots werd ik aan zijn vrouw voorgesteld en na afloop sprak de gedetineerde geëmotioneerd uit dat hij voor deze kinderen leefde. Hij wilde alles doen om hen een goede toekomst te bieden. De beste motivatie om aan de realisatie van die toekomst te gaan werken.
Onderzoek naar mogelijkheid tot vader-kinddagen
Nu wordt onderzocht of binnen de TA de zgn. vader-kinddagen kunnen worden ingevoerd. Hierbij komt het kind alleen op bezoek bij vader. Met de begeleiders wordt afgesproken hoe de middag wordt doorgebracht: samen naar een film kijken, knutselen of bv sporten in de sportzaal. De uitvoering brengt ook zeker beveiligingstechnische uitdagingen met zich mee, immers, het regime is uitgebreid beveiligd. Maar er liggen mooie plannen en de wil om dit te gaan invoeren is er.
Het lijken enerzijds voor de hand liggende activiteiten die binnen reguliere gevangenissen al op bredere schaal worden toegepast, maar dat is het niet. De TA is een politiek gevoelig regime, alle contacten met de buitenwereld worden afgeluisterd en gecontroleerd. Incidenten komen snel in de media, dus het toepassen van een goede screening en maatwerk (bij wie kan het wel en bij wie zeker niet) moet heel zorgvuldig gebeuren. Niet elke TA gedetineerde komt dan ook voor bovengenoemde bezoek-mogelijkheden in aanmerking, soms zijn risico’s groter. Echter, naast het risico dient ook de behoeften van de gedetineerden serieus genomen te worden. Als dan ook het systeem (ouders, partner, kinderen) actief bij de detentie wordt betrokken, dan zal de kans op een goede terugkeer naar de maatschappij zeker toenemen. Ook dat is veiligheid.
Yola Wanders
voormalig directeur terroristenafdeling PI Vught